Wie zelf vermogen wil opbouwen om later extra inkomen te hebben voor een aanvullend pensioen, moet nadenken over een geschikte mix van beleggingen.

Een traditionele aanpak daarbij is een beleggingsportefeuille die bestaat uit een mix van aandelen en obligaties. Daarbij kun je als je jonger bent voor een groter deel in aandelen beleggen. De waarde van aandelen schommelt sterker op de korte termijn, maar levert op de lange termijn doorgaans een hoger rendement op.

Maar welke beleggingsmix werkt nu het beste? Een studie van drie Amerikaanse finance-docenten bekeek de prestaties van 8 modelportefeuilles op basis van een historische simulatie. Dit om te te bepalen welke beleggingsmix het hoogste vermogen oplevert voor een pensioenbelegger.

De studie, die gepubliceerd werd in november 2023, keek onder meer naar zogenoemde lifcyclefondsen die de mix tussen beleggingen aanpassen naarmate je de pensioenleeftijd dichter nadert. Dit om het risico van grote schommelingen van het opgebouwde vermogen te beperken.

Beleggen: verschil in de mix tussen aandelen en obligaties maakt uit voor rendement

Een beleggingsportefeuille met 100 procent aandelen, waarvan 50 procent Amerikaanse aandelen en 50 procent aandelen uit andere ontwikkelde landen, bleek beter te presteren dan traditionele portefeuilles met een mix tussen aandelen en obligaties.

Co-auteur Scott Cederburg, universitair hoofddocent finance aan de Universiteit van Arizona, zegt tegen Business Insider dat een strategie van 100 procent beleggen in aandelen op de lange termijn de beste resultaten oplevert, als je kijkt naar het genereren van vermogen waaruit je kunt putten tijdens je pensioen.

Cederburg erkent dat deze strategie wel grotere tussentijdse waardedalingen had van de beleggingsportefeuille, vergeleken met een mixfonds met vastrentende waarden erbij. Een belegger moet gedisciplineerd genoeg zijn om de marktdips uit te zitten, omdat je niet gedwongen wilt worden om aandelen op bodemniveaus te verkopen.

Een alternatief voor een aandelenportefeuille die voor 50 procent uit Amerikaanse en 50 procent uit aandelen buiten de VS bestaat, is een portefeuille die deze regionale verdeling hanteert, maar voor een stukje ook uit obligaties bestaat.

De verhouding tussen aandelen en obligaties kan dan bepaald worden op basis van de 120-regel. Hierbij trek je je eigen leeftijd af van 120 om het percentage aandelen te bepalen. Een 20-jarige begint dan met 100 procent aandelen en een 60-jarige heeft 60 procent aandelen en 40 procent obligaties. Volgens Cederburg zijn de prestaties van deze portefeuille ook relatief sterk.

De laagste opbrengst komt van een beleggingsportefeuille die volledig bestaat uit staatsobligaties van ontwikkelde landen.

Per saldo loont het volgens de studie op de lange termijn om het hogere risico van beleggen in aandelen te nemen, gelet op het hogere totaalrendement. Maar voor pensioenbeleggen speelt uiteraard ook de risicotolerantie mee. Dus de mate waarin je je comfortabel voelt, als je geconfronteerd wordt met een daling van je vermogen door een inzakkende beurs.

Een belangrijk punt is ook of je het hele vermogen bij het bereiken van de pensioenleeftijd wilt aanwenden voor bijvoorbeeld een vaste maandelijkse pensioenuitkering, of dat je met een deel van het vermogen blijft beleggen.

Een technisch punt is verder dat de studie alleen heeft gekeken naar verschillende verdelingen tussen aandelen en obligaties. Volgens beleggingsstrateeg David Blanchett van vermogensbeheerder PGIM kan het van belang zijn om bijvoorbeeld ook een deel van de portefeuille voor grondstoffen te reserveren. Die kunnen bijvoorbeeld zeker in tijden van hogere inflatie een vorm van bescherming bieden. Zeker over een langere periode van tien jaar kan dat waardevol zijn.

De studie heeft gebruik gemaakt van data over aandelen en obligaties uit 38 ontwikkelde landen over de periode vanaf 1890 tot en met 2019. De opzet was om te kijken naar vermogensopbouw door personen tussen de 25 en 65 die over een periode van 40 jaar gemiddeld in totaal 240.000 dollar inleggen. Dat komt neer op 8.000 dollar per jaar, ofwel 667 dollar per maand.

Onderstaande tabel toont de 8 beleggingsportefeuilles. Aangezien het om een Amerikaanse studie gaat, duidt bij de aandelenportefeuilles 'domestic' op Amerikaanse aandelen en 'international' op niet-Amerikaanse aandelen.

Portefeuille 8 (50 procent Amerikaanse aandelen/50 procent niet-Amerikaanse aandelen) presteerde dus het sterkst op de lange termijn. Een bevestiging dat aandelen op de lange termijn meer opleveren, maar bij pensioenbeleggen spelen meer keuzes dan dat.

Foto: Beyond the Status Quo: A Critical Assessment of Lifecycle Investment Advice

LEES OOK: De beurs bevindt zich in een grote zeepbel: die kan aandelen tot eind 2025 een koersstijging van nog eens 30% bezorgen, volgens beursstrateeg